Ingezonden artikel van Genoeglezeres Helen Gerretsen.
Minderen is precies wat we nodig hebben, het medicijn om de opgedrongen hebberigheid te keren. Met weinig consumptie krijgen we de aarde weer vitaal, de lucht schoon en het leven rustig. Dit is het mooie van het genoeg. Laat het vandaag beginnen.
We weten het: de aarde wordt leeggeroofd, opgestookt en verstikt door vervuiling. Dat moet ophouden. Het kan ophouden als de overheid bij het bedrijfsleven hoge belastingen heft op grootgebruik van grondstoffen en energie. Dan krimpt vanzelf de productie en de consumptie. En ook uit onszelf kunnen we natuurlijk ophouden met maar raak consumeren en ons gaan beperken tot wat eigenlijk genoeg is.
Waarom wordt er gezwegen als het graf over de noodzaak van consuminderen? Het kan niet anders en het is niet erg. Dit moeten we nu eens onder ogen zien.
Normaal
Hoe normaal is onze consumptie eigenlijk? We zijn het bijna vergeten, maar het is nog maar kort geleden dat onze dagelijkse bestedingen heel wat eenvoudiger waren. Met een baan had je drie sobere maaltijden per dag, tussendoor niets, geen snacks, geen drank. Nog maar zestig jaar geleden waren alleen deze eerste levensbehoeften beschikbaar, in de winkel voor je afgewogen, niets verpakt. Kleding werd vooral doorgegeven, bijna niemand had een auto, gezinnen woonden in een kleine woning, gereisd werd er alleen als het moest. In de tijd voor de mechanisering kwam je niet verder dan je lopen kon. Dat was normaal. Eeuwenlang was het nooit anders geweest. Was dat erg? Nee, het was wat kan. De aarde was gezond, de lucht schoon, het leven rustig.
Wanneer verdween dit? Dit veranderde toen we in het Westen in korte tijd rijker werden dan ooit. De oorzaak hiervan was dat de plundering van grondstoffen en van menskracht werden opgeschroefd, goederen en mensen over de hele wereld vervoerd, aarde en mensen grootschalig uitgebuit, gedreven door winstbejag. De productie werd opgejaagd en groeide explosief vanaf de zestiger jaren. De laatste twintig jaar zijn de consumentenuitgaven nog met 45 % gestegen. Dit had nooit mogen gebeuren. Deze productie en consumptie zijn ziek.
Uitputting
Het resultaat is bekend. Bijna alles wordt van overzee aangevoerd door schepen en vliegtuigen: vers fruit en groenten, vis, dranken, dieren, kleding, auto’s, olie, hout. Het meeste wat hier wordt geproduceerd, wordt geëxporteerd. Deze handel trekt een zware wissel op het milieu: uitputting van de grond, vervuilde lucht, stallen met duizenden opgehokte varkens en miljoenen kippen, een enorm wegennet op schaarse ruimte.
De mode-industrie is bijna de grootste vervuiler: door plundering grondstoffen, CO2-uitstoot, vervoer, gif en afval van wegwerpkleding. De bouw is de sector die de meeste grondstoffen gebruikt: beton, staal, hout. Bouwmaterialen worden steeds schaarser. Het palmolieprobleem: Nederland is een van de grootste palmolie-importeurs ter wereld. Hiervoor wordt op grote schaal kostbaar oerwoud gekapt. Het wordt vervoerd per schip. Palmolie wordt in meer dan de helft van de producten verwerkt, zoals koekjes, pizza, soep, cosmetica, zeep.
223 soorten koffie
Het is niet de consument die dit bedenkt, maar de producent: 34 soorten pindakaas, zeventig soorten chips, 88 soorten verpakte groenten, 223 soorten koffie, 64 soorten kipverpakkingen (geteld, 2019). De levering van vliegtuigen vol aardbeien in de winter en sinaasappels in de zomer.
De waterverspilling: de productie van 1 liter frisdrank kost 100 liter water, 1 biefstuk kost 3.000 liter water, 1 spijkerbroek kost 4.000 liter water. Door de waterverspilling neemt de luchtvochtigheid af. Daardoor hebben bomen al meer moeite om bladeren te maken (geconstateerd), bomen verkwijnen, en de mens daardoor ook: wij hebben hun zuurstof nodig.
Het resultaat is kortom catastrofale vervuiling en plundering. Het is zo klaar als een klontje dat deze alleen kunnen worden gekeerd door op te houden met vervuilen en plunderen.
Minder CO2
De grootste vervuiling komt van CO2-uitstoot. Rijken als wij moeten hun CO2-uitstoot met 90 % verminderen. Dit kan door als de donder het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen. Maatregelen tegen fossiele energie zijn dan ook aanstaande. Dit bedreigt natuurlijk de productie. Daarom wordt nu in paniek kernenergie weer gepropageerd: energie met minder CO2-uitstoot, die de productie zou kunnen redden.
Dit is niet waar. Want bedoeld wordt: het redden van de overproductie. Overproductie is plundering van grondstoffen en milieu, die niet door kan gaan. De plundering moet niet gered worden, niet door kernenergie, of welke energie dan ook. Alle alternatieve energie, uit kernenergie, wind-, zonne-, of waterstof, is energietransitie naar elektriciteit. Die draait op accu’s en batterijen. Hiervoor zijn zeldzame metalen nodig als cerium, lanthanium en neodynium. Ook deze zijn beperkt. Alle elektriciteit is uitstel. Alle elektriciteit houdt een keer op. Elke ‘alternatieve’ energie is eindig.
Krimp
Laten we het onder ogen zien: krimp van productie en consumptie is in alle gevallen de enige uitkomst. Dit zegt iedereen, maar niemand maakt het concreet. Hoe gaat krimp eruit zien? Belasten van alle energie en grondstoffen en faciliteren van hergebruik leiden tot minder productie, minder vee, minder asfalt, minder vliegverkeer, minder scheepvaart, minder wegverkeer, minder wegenbouw, minder kleding, minder reclame (voor minder consumptie).
Alle import en export worden afgebouwd. Productie alleen van dichtbij. Productie alleen circulair. Productie alleen van het noodzakelijke. Kleiner bouwen, met een minimum aan grondstoffen, energie en ruimte: tiny houses, van zo’n 30 m2 (+ buitenruimte). In plaats van nieuw kopen: delen, lenen, huren.
De overheid heeft de plicht de hele transitie fatsoenlijk te organiseren. Dat doet ze tot nu toe niet. Van de overheid moet worden geëist: bij alle klimaatwetgeving ook het organiseren van andere bestaanszekerheid. 3,5 % van de bevolking die de straat opgaat, is genoeg om vredige systeemverandering gedaan te krijgen. Gedaan te krijgen dat nieuwe hergebruik-industrie en zinvolle alternatieven worden gestimuleerd. Duurzame investeringen bieden werkgelegenheid. Gedaan te krijgen dat het budget en voorzieningen voor omscholing worden uitgebreid. Vervuilend en verspillend werk verdwijnt, schoon en innovatief werk komt beschikbaar.
Wat als we het niet doen?
Doorgaan met dit beleid van economische groei en vervuiling is destructief. Net als doorgaan met onmiddellijke behoeftenbevrediging, van snack tot vliegvakantie, schadelijk is. Uitstel heeft geen zin, beperking komt toch. Elk uitstel is verstandloos, gezien de klimaatcatastrofe die we hebben te keren. De hebberigen, zowel bij de overheid als onder ons, zullen respect verliezen. Gebruik je verstand. Minderen is heel gezond. Veel consumptie is compensatie, oneigenlijke troost. Ingesteld zijn op consumeren maakt je onbereikbaar voor inspiratie. In de rust van minder consumeren komt geestelijke groei vanzelf weer op gang.
Wat als we het wel doen?
Je beperken is een uitdaging, een krachtmeting die iedereen aankan. Want je weet waar je het voor doet: voor een gezonde, schone samenleving, een samenleving met minder afleiding en meer ruimte voor elkaar. Een samenleving die in vrede door kan gaan.
Meer dan de helft van de Europeanen vindt herstel van het klimaat belangrijker dan economische groei. Laat het zien. Neem stelling tegen uitstel. Duld geen wildgroei aan energievoorziening, die overbodig wordt. Propageer beperking.
Er zijn steeds meer mensen die niet meer vliegen, die de auto weg doen en zich een maximaal weekbudget opleggen. Begin ook met schrappen in je boodschappenlijst. Beperking maakt jezelf minder belangrijk. De matigen zullen sympathie winnen.
School zelf om naar zinvol werk. Word bakker, word boer.
Minderen is precies wat we nodig hebben, het medicijn om de opgedrongen hebberigheid te keren. Eindelijk af van die afstompende gemakzucht. Terug naar de normaliteit die we zijn kwijt geraakt. Met weinig consumptie krijgen we de aarde weer vitaal, de lucht schoon en het leven rustig. Dit is het mooie van het genoeg. Laat het vandaag beginnen.