
opliep, is ze alleen maar dankbaarder geworden voor alles wat ze kan –
en dat is inmiddels weer veel.Dit interview uit Genoeg magazine lees je nu terug op de site.
Margôt Ros (1965) is actrice, regisseur en schrijfster. Ze werd bekend met de absurdistische
televisieserie Toren C, waarin ze samen met Maike Meijer allerlei typetjes neerzette. Momenteel is ze in de theaters te zien met haar solovoorstelling Brabantse nachten zijn lang. Ook ligt het tweede boek met belevenissen van Agaath (79) in de winkel, Agaath gaat viraal. Ze schreef het met Jeroen Kleijne.
Leren omgaan met hersenletsel
Bij “genoeg” denk ik gelijk aan energie, genoeg energie’, zegt Margôt Ros (58). Zes jaar geleden liep ze in de coulissen van theater DeLaMar met haar hoofd tegen een ijzeren balk. ‘Het was of ik in een sarcofaag lag’, schreef ze in haar boek Hersenschorsing over de zware, donkere en eenzame periode die volgde. ‘Elke prikkeling was te veel: geluid, licht, alles.’ Zeker twee jaar was ze uit de running. Nu is ze helemaal terug, met onder andere een solovoorstelling en een nieuw boek. Maar de oude zal ze nooit meer worden. ‘Ik was een heel energiek persoon. Dat ben ik nog, maar ik heb moeten leren om vaker pas op de plaats te maken. Ik moet mezelf goed in acht nemen. En soms ga ik toch naar dat feestje, maar dan weet ik dat ik er de volgende dag aflig.’ Anderzijds prijst ze zich enorm gelukkig dat ze vrijwel alles weer kan. ‘Ik heb een fantastisch rijk leven waarin ik weer partner, moeder, vriendin, actrice, regisseur en schrijver kan zijn. Daar ben ik elke dag dankbaar voor. Zeker, er is nog een Margôt die meer wil dan ze kan, maar ik leer steeds beter om genoegen te nemen met wat ik doe. En ik ervaar dat steeds vaker als genoeg.’
Waarvan heb je teveel?
‘Geen idee. Ik ben net verhuisd en heb veel weggedaan. Op de Marie Kondo-manier. Ik heb alles in mijn hand gehad en me afgevraagd: word ik hier blij van? Of ga ik hier anderen blij mee maken?’
Wat heb je zoal weggedaan?
‘Lp’s bijvoorbeeld. Ik heb al dertig jaar geen platenspeler meer, dus die zag ik er ook niet meer komen. Veel boeken ook, want die leunden zwaar op me. Vooral boeken die ik nog niet had gelezen, die gaven stress: je moet mij nog lezen! En kleding. Bovendien ben ik de laatste tijd sowieso wat meer bezig met duurzaamheid. Dat komt door mijn dochter van negentien. Zij en haar vriendinnen kopen alleen nog maar tweedehands. Dat doe ik nu ook veel meer. Als ik zie hoeveel miljarden kledingstukken er worden weggegooid, daar draait mijn maag van om.’ ‘Een klein steentje’, noemt ze die keus voor meer tweedehands kleding. ‘Als je het hebt over het milieu, of over klimaat’, zegt Ros, ‘dan doe ik zeker niet genoeg. Ik voel daar soms wel schaamte over. Als ik bijvoorbeeld in de sauna ben – ik wil dan echt niet weten hoe slecht dat voor het milieu is. Maar ik ga mezelf daar geen straf voor geven. Ik heb veel compassie met mezelf.’
‘Zwemmen tussen de bomen, het groen, het riet – daar word ik diep ontspannen van’
Wat doe je bewust wel?
‘Ik kan geen eten weggooien, en daar ga ik ver in. Als een boterham beschimmeld is, dan ga ik verderop in de zak kijken of de sneeën nog wel goed zijn. Dat heb ik aan mijn jeugd overgehouden. Mijn ouders hadden een kruidenierswinkel annex groentezaak en wij aten alles wat over de datum was: blauw uitgeslagen kaas, van die drabbige groente en fruit.’
Waarvan heb je te weinig?
‘Energie. Dat is flauw om te zeggen, want ik ben heel dankbaar voor wat ik alweer kan en heb. Maar er zijn nog wel dagen dat het niet gaat, en ik naar meer energie verlang.’
Waarvan heb of krijg je nooit genoeg?
‘Van liefde, gezelligheid en leuke, warme mensen om me heen. En van zwemwater in de natuur. Sinds mijn hersenletsel heb ik ontdekt dat koud water me heel goed doet; het werkt stressverlagend. Sindsdien douche ik koud en zwem ik vaak in natuurwater. Zo zwemmend tussen de bomen, het groen, het riet – daar word ik diep ontspannen van. Ook van wandelen en dansen krijg ik nooit genoeg. En natuurlijk van lachen, en mensen aan het lachen maken. Liefst met tragikomedie: een beetje zwarte humor en relativeren – zonder dat is er wat mij betreft geen goed leven mogelijk. Het is een cliché, maar waar: een goed potje lachen is heel gezond. En inmiddels weet ik: ook extreem goed voor de hersenen.’
Tip van Margôt ‘Als je iets aardigs zegt, gewoon tegen iemand op straat, een onbekende, krijg je vrijwel altijd een leuk gesprek of een glimlach. Ik word daar blij van – en die ander meestal ook.’