Gevaarlijk fruitbederf is goed te zien en te ruiken. Vooral verstandig bewaren is belangrijk. Houd appels, peren, bananen en perziken uit de buurt van ander fruit. Ze versnellen de rijping ervan.
Door: Martin van der Gaag
Soorten fruit
Vers fruit is een lekker en gezond tussendoortje. Het bevat veel water en dus weinig energie, maar ons lichaam haalt er makkelijk wat suikers en vitaminen uit. Fruit koop je vers, gedroogd, geconfijt, als jam (zie Genoeg 94), in blik (Genoeg 91) of in potten. Hier bespreken we vers fruit. Tomaten, courgettes, aubergines en peulvruchten zijn botanisch gezien ook fruit, maar noemen we groenten. Het bederf verloopt bij allemaal hetzelfde: hoe steviger de vrucht en hoe dikker de schil, hoe minder snel het fruit bederft.
Te gebruiken tot
Voorgesneden fruitstukjes hebben een Te Gebruiken Tot (TGT)-datum op de verpakking. Mits gekoeld bewaard (4-7°C) zijn ze tot dan veilig. Op die nattige stukjes kunnen veel bacteriën groeien – en ze kunnen gevaarlijk bederven. Eet ze niet na de TGT en gebruik ze liever meteen na aankoop. Op ongesneden fruit hoeft geen houdbaarheidsaanduiding te staan. Je kunt gevaarlijk bederf daarvan namelijk goed herkennen. Vers fruit geurt weinig of aangenaam zoet. Rotting, schimmel of vieze geur betekenen allemaal: niet opeten.
Rottende fruitdelen zitten vol bacteriën en moet je weggooien. Uit hard fruit zoals appels of peren kun je die veilig wegsnijden. Rotte plekken voorkom je door fruit droog te bewaren én voorzichtig te behandelen. Door stoten kan fruit kneuzen, en de (wegsnijdbare) beurse plekken gaan sneller rotten. Beschimmeld fruit is foute boel: weggooien. Schimmels groeien snel door de hele vrucht, dus alleen de plek met zichtbaar schimmelpluis ruim wegsnijden, helpt niet. Rotting en schimmel steken bovendien ander fruit aan, dus verwijder het tijdig.
Sommige harde fruitsoorten, zoals bananen en sinaasappels, kunnen alleen last hebben van lelijke plekjes op de schil en prima eetbaar zijn. Snijd minder mooi fruit dus eerst open, schil het eventueel en zoek naar verkleuring. Snijd dat weg. De rest is eetbaar. Klassiek is de bruin geworden banaan: hij oogt onsmakelijk, maar is niet ongezond en kan heel lekker zijn. Bijna alle fruit kan bovendien rimpelig uitdrogen, ook dat is gewoon eetbaar.
Hoe te bewaren
Alle fruit kun je (lang) invriezen. Zonder vriezer bewaar je het standaard koel, droog en donker, met tussenruimte en niet in plastic. Bijvoorbeeld in manden of kratten in een koele kelder of schuur. De koelkast hoeft niet altijd (appels, onrijp fruit), maar vooral zachte fruitsoorten zoals aardbeien, bessen, bramen en frambozen blijven (beschermd in papier) daarin wel veel langer houdbaar. Exotisch fruit (bananen, mango’s, ananas) gaat juist achteruit in de koelkast: bewaar dat op kamertemperatuur. Fruit mét kroontje of steeltje is bovendien langer houdbaar dan zonder. Appels, bananen, peren en perziken produceren ethyleengas, dat rijping bevordert. Leg hen dus uit de buurt van andere vruchten (en vazen met bloemen). Wil je dit fruit juist sneller laten rijpen, zoals groene bananen? Stop ze dan in een papieren zak, zo rijpen ze sneller.
Fruitrestjes zonder schimmel over? Die kunnen gepureerd met gist wijn worden. In de winter lusten merels graag fruitrestjes, in alle andere jaargetijden de kippen. Is het fruit te ver heen? Dan kan het naar de composthoop.