Een daling van je besteedbaar inkomen: steeds meer mensen krijgen ermee te maken. Met dit stappenplan ontdek je hoe je met minder toe kunt.
Stap 1: Krijg overzicht
Zet om te beginnen al je inkomsten en uitgaven op een rijtje in een jaarbegroting. Hoe je dat doet, lees je in dit artikel. Doe je aangifte inkomstenbelasting en krijg je geld terug? Deel dat bedrag dan door twaalf en tel het bij je maandinkomen op. Ga er bij je uitgaven vanuit dat je ongeveer 10 procent opzij moet zetten om een buffer op te bouwen. Trek je uitgaven van je inkomsten af, zodat je weet wat je maandelijks overhoudt of tekortkomt. Noteer ook je spaargeld, inclusief spaarrente. Trek daar eventuele belasting vanaf.
Stap 2: Inventariseer directe bezuinigingen
Kom je onderaan de streep relatief weinig tekort? Of spaar je te weinig? Kijk dan eerst of je er komt met bezuinigen op je maandelijkse uitgaven. Misschien ‘mors’ je nog ergens geld met een overbodige verzekering of een abonnement. Of geef je ongemerkt toch meer uit aan dagelijkse boodschappen dan je wilt. Zet op een rijtje wat die ingrepen schelen en pas je overzicht aan. Misschien ben je er dan al.
Stap 3: Kijk naar je vaste lasten
Zo niet, dan komen de vaste lasten in beeld. Idealiter geef je hieraan niet meer uit dan 50 procent van je inkomen, heeft het Nibud berekend. Blijkt uit je jaarbegroting dat je 60 procent of meer kwijt bent aan je vaste lasten, dan ben je kwetsbaar en is het tijd voor actie.
Stap 4: Onderzoek waar je recht op hebt
Je hoeft niet gelijk te verhuizen of de kachel helemaal uit te zetten als je te hoge vaste lasten hebt. Voor lagere inkomens zijn er verschillende steunregelingen.
Vaste landelijke toeslagen
Heb je kinderen? Dan heb je naast kinderbijslag misschien ook recht op kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Voor huurders in een sociale huurwoning is er huurtoeslag en voor iedereen met een laag inkomen is er zorgtoeslag. Daalt je inkomen, dan heb je mogelijk recht op (hogere) toeslagen (zie kader). Let op: bij de huur- en zorgtoeslag telt wel mee of je een vermogen hebt. Bij een huur boven de € 808,06 per maand, heb je geen recht op huurtoeslag, ook niet als je huur een onevenredig deel van je inkomen weghapt. Mogelijk verandert dat vanaf 2024.
De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is een vangnet voor mensen met een hypotheek. Bij een gedwongen verkoop betaalt de NHG een eventuele restschuld, maar er is meer ondersteuning mogelijk met een NHG. Ga hoe dan ook in gesprek met je hypotheekverstrekker als je in de knel komt met je aflossingen, ook als je geen NHG hebt.
Energie- en andere gemeentelijke toeslagen
De energiekosten zijn momenteel voor iedereen een bron van zorg. De overheid springt voorlopig bij via de energierekening. Lagere inkomens kunnen een extra energietoeslag aanvragen bij hun gemeente. Gemeenten hebben ook andere financiële voorzieningen voor hun inwoners, zoals bijzondere bijstand of kwijtschelding van lokale belastingen. Concludeer niet te snel dat je daarvoor niet in aanmerking komt. De regionale verschillen zijn groot. In Amsterdam vallen zzp’ers bijvoorbeeld vaak buiten de boot, maar in Groningen niet.
Belastingvoordelen
Als je zelfstandige bent, moet je aangifte doen voor de inkomstenbelasting. Bij een netto jaarwinst onder de 20 duizend euro betaal je meestal niks. Als je in loondienst werkt, krijg je niet automatisch een aangiftebrief. Toch kan het soms gunstig zijn om aangifte te doen. Bijvoorbeeld als je veel aftrekbare ziektekosten maakt of twee banen hebt en er dubbel belasting op je loon wordt ingehouden. Je krijgt dan vaak geld terug.
Stap 5: Beheer je buffer
Eerst goed nieuws voor spaarders. Het belastingvrije spaarbedrag is verhoogd van € 50.650 in 2022 naar € 57.000 in 2023 voor een alleenstaande en van € 101.300 naar € 114.000 voor fiscale partners. En dat is niet het enige. Voorheen berekende de Belastingdienst vermogensbelasting aan de hand van een veel te hoge fictieve spaarrente. In 2023 betaal je 32 procent over het daadwerkelijke rendement dat het oplevert. Mogelijk heb je dus meer spaargeld dan je denkt.
Is je buffer riant en het gat tussen inkomsten en uitgaven tijdelijk – bijvoorbeeld omdat je een opleiding gaat volgen – dan kun je overwegen om een deel van je spaargeld te gebruiken om het gat te dichten. Zorg er wel voor dat je een minimale buffer overhoudt voor noodgevallen. Het Nibud heeft een handige tool om dat bedrag te berekenen (zie kader). Een andere optie is om te investeren in bijvoorbeeld isolatie en verduurzaming van je woning. Dat kost nu geld, maar daarmee verlaag je op termijn je energierekening. Hiervoor bestaan bovendien landelijke en regionale subsidiepotjes (zie kader).
Stap 6: Pas je jaarbegroting aan
Heb je alles onderzocht, noteer je extra inkomsten dan op je jaarbegroting en pas ook je uitgaven aan. Kom je onderaan de streep nog geld te kort en heb je geen of weinig spaargeld? Dan moet je misschien lastige keuzes maken, zoals goedkoper gaan wonen of je aanmelden bij de Voedselbank. Zoek tijdig hulp, dat is geen schande. Wanneer je schulden maakt, kom je van de regen in de drup en verdienen andere mensen straks veel geld aan jouw benarde positie.
Dit artikel door Miriam Notenboom verscheen eerder in Genoeg Magazine.