Zonde om weg te gooien

Bijna iedereen heeft ongebruikte spullen in huis die ‘omdat het duur is geweest’ niet zomaar weg mogen. Hallo jazzgitaar, elektrische fonduepan en luidruchtige feestkleding. Vanuit de coulissen fluisteren jullie me regelmatig toe te weinig in actie te komen. Ik bestempel jullie daarom maar tot kostbare decoratie, of ‘feestreserve’. Om dat nare schuldgevoel over de investering te temperen.

Dat voelde ik misschien nog wel het sterkst bij een verhuisdoos vol studie-aantekeningen. Twintig jaar had ik er niet in gekeken. Maar op een dag zou ik daar iets unieks en interessants uit halen. Zoals allerlei leuke hersenspinsels en tekeningetjes van mijn jongere zelf en medestudenten in de kantlijn. En weggooien leek iets te maken te hebben met jarenlang voor niks in de collegebanken hebben zitten pennen. 

Op een donkere winterse mijmerdag dacht ik: ik wil niet achteruit, maar vooruit. Dus nu moet die doos! Drie middagen lang bekeek ik alle velletjes aan beide kanten. Kattenbelletjes die meteen een glimlach opleverden mochten blijven. De rest ging de oudpapierbak in.

De Tegenvallende Realiteit van Opruimen: Een Persoonlijke Reflectie

Lezers van moderne opruimstukjes verwachten nu een jubelopenbaring over lekker aanpakken, opluchting, meer ruimte in je huis en dus je hoofd en een véél gelukkiger leven. Maar dat voelde ik niet. De kattenbelletjes bleken schaars, mijn jongere ik achterhaald. Terwijl honderden volgeschreven multobladen door mijn handen gingen, dacht ik vooral: wat heb ik ontzettend veel zitten opschrijven rond vakken die ik nu helemaal niet interessant vind. Had ik niet beter een vak kunnen leren? 

Na afloop keek ik in verwarring naar een gapend lege plank. De ruimte in mijn hoofd voelde treurig, een beetje hol. Had ik de boel niet beter ongezien kunnen wegkieperen? Of laten staan?  

Anderhalf jaar later is die twijfel verdwenen. De plank is weer bewoond, met oude brieven en foto’s. Die hebben meer betekenis voor me, een paar keer per jaar grasduin ik erin met veel plezier. Dus toch een gelukkiger leven. Een beetje.

Dit artikel van Martin van der Gaag verscheen eerder in Genoeg 125.

Altijd op de hoogte blijven?