Wildplukken wordt steeds populairder. Niet gek, want van voedzame voorjaarsgroenten tot geneeskrachtige kruiden: de natuur biedt het allemaal. Het past ook goed bij de jagers-verzamelaarsnatuur die we nog steeds in ons hebben. Maar dan is het wel goed om te weten wat je doet en wat de risico's zijn. Gastblogger Tessa, die je misschien kent van haar telefoonloze leven, geeft haar beste tips!
1: Vertrouw niet blind op apps
Er bestaan inmiddels talloze apps die beloven te vertellen welke plant je voor je hebt. Handig? Niet altijd. Deze technologie, hoe slim ook, heeft zijn beperkingen. Veel apps gebruiken kunstmatige intelligentie die planten op uiterlijke kenmerken groepeert. Maar sommige eetbare soorten lijken bedrieglijk veel op giftige ‘lookalikes’. Denk aan paddenstoelen en schermbloemen, want die worden nog weleens door elkaar gehaald. En een foute inschatting kan schadelijk zijn voor je gezondheid.
Daarom is het beter om het op de ouderwetse manier te doen: met een goed flora-boek in de hand, of nog beter, onder begeleiding van een ervaren wildplukker. Tip: begin met het herkennen van plantenfamilies, dat helpt je om verwarring te voorkomen.
Tekst loopt door onder de afbeelding.
2: Ieder lijf reageert anders
Wat voor de één een gezond wildgroentje is, kan voor de ander een allergische reactie oproepen. De inhoudsstoffen van planten zijn krachtig, soms zelfs medicinaal, maar dat betekent ook dat ze effect hebben op je lichaam. En dat effect is niet altijd meteen merkbaar. Wie gevoelig is voor bitterstoffen, kan een opgejaagd gevoel of spijsverteringsklachten krijgen na het eten van bijvoorbeeld paardenbloemblad.
Een goede stelregel is: bouw het eten van wilde planten langzaam op. Proef nieuwe planten met mate en kijk hoe je lijf reageert. Wissel ook af. Elke dag dezelfde wilde bladgroente eten is misschien niet verstandig, hoe gezond die ook lijkt. Dit is allemaal ouroude jager-verzamelaar kennis die je nog steeds heel goed kunt toepassen.
Tekst loopt door onder de afbeelding.
3: Zie wildplukken als 'wellness'
Wie eenmaal vertrouwd raakt met het wildplukken, merkt dat het niet alleen fysiek iets met je doet maar ook mentaal. Het geeft voldoening om je voedsel zelf te verzamelen. Veel wildplukkers ervaren meer verbondenheid met hun leefomgeving en meer respect voor de seizoenen en de natuur.
Wilde voorjaarsplanten zoals brandnetel, berk, kleefkruid en paardenbloem werken reinigend en helpen je lichaam na de winter te herstellen. Een paar koppen thee per dag, een frisse salade of een groene stamppot: het voelt als een detox, maar dan gratis en lokaal.
4: Pluk met mate
De laatste tip is niet onbelangrijk, namelijk om te plukken met mate. Kortom: laat genoeg staan voor dieren en voor de plant om zichzelf te herstellen. En wees zeker van wát je plukt. Sommige planten lijken sterk op elkaar, maar zijn niet allemaal eetbaar. Gebruik altijd een betrouwbare gids of volg een goede workshop.
